Monday, February 25, 2013

Brief uit Israel: Een christen!


(ingezonden artikel in de…krant van d.d….)

(Door Chawa Aronson)


Gisteren belde ik de heer Gijs Karten op, een bekend figuur voor alle muziekliefhebbers vanwege zijn uitstekend gebruik van de klarinet. Ik zei tegen de heer Karten: ”Bent u dat geweest? Wat merkwaardig!” Het was namelijk zo:
Toen ik laatst een bepaalde herinnering aan een andere musicus vertelde, riep die: ”Dat moet Gijs Karten geweest zijn, die was omstreeks die tijd in Israel!”
En nu zal ik u vertellen waarover het gaat.
Ik was ongeveer twaalf jaar en héél trots op mijn abonnementskaart voor de serie concerten van het Filharmonisch Orkest, speciaal voor de jeugd gegeven. Helaas placht daar altijd een man op het podium te verschijnen net als het orkest kennelijk al klaar zat om te beginnen. Hij hield de musici en ons, kinderen, op door te vertellen wat er in het programma stond. Verder deed hij bij elk onderdeel van het programma zulke lange verhalen dat sommigen van ons vergaten waarvoor ze kwamen en al wilden opstaan om naar huis te gaan, maar op dat moment hield de man dan op met spreken. Volwassenen die er bij waren maakten het nog moeilijker door te vertellen dat die sprekende man de muziek die zou komen eerst wilde uitleggen. Dat vonden wij heel gek. Van de hoorspelen voor de radio wisten wij wel dat muziek soms woorden duidelijker kon maken, maar wij konden ons nauwelijks indenken dat veel en lange woorden van een volkomen uitgedroogde meneer die-niet-eens-kon-zingen de muziek zou kunnen illustreren waarvan wij hielden. En bovendien was er nog iets.
Afgezien van de muziek, hadden wij namelijk nóg een reden om naar die concerten te gaan, misschien de hoofdreden. Vooral wij meisjes gingen in de eerste plaats om naar één van de klarinettisten te kijken. Wij hielden veel meer van klarinetwijsjes dan van muziek. En wij waren helemaal verrukt omdat diezelfde klarinet bespeeld werd door die ene lange, grote, blonde man. Maar het was ook niet alleen omdat die solist zo knap was. Nee, we keken graag naar onze solist omdat ze ons gezegd hadden dat het een christen was.



Wij waren toen gewend aan moslims en aan Engelse soldaten (het was nog de tijd van het Palestijnse mandaat). Maar we hadden nog nooit een echte christen gezien, in burgerpak. Na het concert liep een heel stelletje van ons achter hem aan. We volgden hem naar zijn huis en loerden door de ramen om te zien wat de christen thuis uitvoerde. Soms slaagden een paar van ons er in hem tegen te houden om te vragen hoe laat het was. Hij liet ons dan op zijn horloge kijken  en daarom zijn we nooit te weten gekomen of ook de christenen wisten hoe laat het was.
Een paar jaren later werd de staat Israel gesticht. Toen kwamen er een heleboel christenen op bezoek bij ons en riepen: ”Kijk, wat grappig, dat zijn allemaal joden!”
Nu vraagt u zich misschien af waarom meneer Karten überhaupt naar Israel was gekomen.
Toen hij er indertijd heen ging, was het nog geen Israel maar Palestina in het jaar 1937, het jaar waarin de Filharmonisch Orkest door Bronislov Hubermann werd gesticht. De organisatoren reisden de wereld af op zoek naar musici. Gijs Karten was pas negentien maar scheen al bekend genoeg te zijn om te worden gevraagd, samen met de anderen onder de eerste dirigent van het orkest te spelen: Arturo Toscanini.
”Ik bleef tot 1946”, vertelt Gijs Karten, ”en het waren de gelukkigste jaren van mijn leven in het algemeen en ook wat de muziek betreft. Er was toen zo’n echt ideale sfeer van musiceren met enorm enthousiasme, zonder kaartspelen in de pauze zoals het hier soms is”. (Bij ons nu ook, vertel ik hem).
”Mijn vrouw kwam ook mee en dat was heel flink van haar, want onze eerste jongen was toen nog maar een paar weken oud. En weet u wat zo heerlijk was? Het hele land was net een grote familie. Iedereen kende elkaar en zo werd ik als jonge musicus echt in het hele land bekend en dat je iets als je twintig bent. En ze houden zo van muziek in Israel, vindt u niet? Het was een geweldige tijd. Ik zou er best weer heen willen”.
Hier heb ik een kleine waarschuwing tegen teleurstelling laten horen. Het is tegenwoordig wel iets anders. Men houdt nog net zoveel van muziek, maar er is voor het publiek van vandaag een enorme keus en voor de musici veel concurrentie. Toch, u hebt het gehoord:de blonde klarinettist hebben wij nog niet vergeten.