Sunday, March 24, 2013

...Gijs Karten, meester onder de meesters...

Uit het Rotterdamsch Nieuwsblad van 11 november 1946

…Zondagmorgen was in het Coloseum Theater opmerkelijk veel jeugd aanwezig. De jongelui hadden geluk, want er is deze morgen klarinet gespeeld, zoals men het maar zelden te horen krijgt. Bronislaw Huberman heeft wel geweten, wien hij naar het orkest in Tel Aviv haalde, want Gijs Karten is een meester onder de meesters. Een prachtige toon, een fabelachtige techniek – die in het Andante met de geestige variaties uit het Concert voor klarinet en orkest van C.M. von Weber wel eens tot jachten leidde – en een echte muzikaliteit. Bijzonder mooi klonk het Lento met de begeleidng van voornamelijk celli en alten. Het succes van den solist was enorm…
G. M. D.

Joodse Muziek ( uit: Het Nieuw Israelitisch Weekblad van 06 02 1948 door Max Vredenburg)

…Dat de jonge clarinettist (Zaandammer van geboorte) de Hora met evenveel verve en vuur voordraagt als een Palestinenser, zal u duidelijk zijn: Gijs Karten was gedurende 9 jaren solo-clarinettist van het Palestijns Philharmonisch Orkest één der weinige Christenen in een orkest van bijna 70 Joden!
Nog is hij vol van de prestaties van het orkest, met welke hij zoveel lief en leed heeft gedeeld. ”Weet u” merkt hij op, ”het zou in Palestina niet gebeuren dat er plaatsen vrij bleven op een concert; integendeel men komt ruimte te kort. De bevolking houdt van zijn kunstenaars; wij leden van het orkest werden bij ziektegevallen gratis door de doctoren gehopen en in de meeste zaken kregen we 10% korting. Wat mijn gezin aangaat, zowel mijn vrouw als mijn zoontje als ikzelf, wij ondervonden steeds de grootste waardering en welwillendheid en als Christenen en als Hollanders. Op de jaarlijkse orkesttournées viel het me op, hoe schreeuwend er de maatschappelijke tegenstellingen zijn; een middenklasse schijnt te ontbreken, terwijl de talrijke paria’s, de weggeworpen eetresten van de straten oprapen. Zoiets bestaat in Palestina absoluut niet!” Hoe het met de talen ging?: ”Mijn zoontje moet weer… Hollands leren, hij sprak alleen Iwriet.”
In Rotterdam is men natuurlijk erg ingenomen met zulk een vakman, in Palestina zal hij worden gemist…

Tuesday, March 12, 2013

Gijs Karten, ex-omroepklarinettist, hoorde bij de ‘absolute top’



Door Thomas Leeflang
Klarinet. Meeslepend kan Gijs Karten (80) verhalen over zijn gloedvolle carrière als Meneer de Musicus, maar…waar is zijn klarinet? De man die mocht spelen onder Arturo Toscanini en altijd lovende recensies kreeg heeft hem weggedaan”.


‘In Palestina was ik Meneer de Musicus, hier Jan de Muzikant!’


Toen Adolf Hiltler in 1933 ‘Führer und Reichskanzler’ werd en in 1943 ook nog een keer Duitslands regerings- en staatschef en opperbevelhebber van het leger, begrepen veel joodse intellectuelen dat hen in Europa niet veel goeds te wachten stond. Ze weken uit naar veiliger oorden als de VS, Engeland en Palestina, terecht bevreesd voor het fascisme.
In december 1936 vormden gevluchte joodse musici uit voornamelijk Duitsland, Hongarije, Polen en Oostenrijk in Tel Aviv The Palestine Orchestra, het huidige Israëlisch Philharmonic Orchestra.
Zaandammer Gijsbertus Karten sloot zich in 1937, een klein jaar na de oprichting van het orkest door Bronislaw Huberman, als soloklarinettist en enig ‘Christen’ aan bij circa zeventig van de allerbeste joodse musici. Hij zou er tot 1946 blijven.

Tachtig jaar is Karten nu. Al heeft hij na de oorlog nog vijf en dertig jaar als musicus gewerkt bij de Omroep, hij noemt zijn tijd bij het beroemde Palestijns Philharmonisch Orkest de mooiste tijd van zijn leven. Als jong muzikant, ‘een snotneus nog’ zegt hij zelf, speelde hij onder dirigenten als Toscanini, Weingartner, Sargent Malcolm, Steinberg, Dobrowen, Szenka, Munch en anderen.
Gijs Karten: ‘Het spelen onder Arturo Toscanini, dat vergeet ik nooit. Een niet in woorden te vatten ervaring. Hij stond vaak met één hand te dirigeren. Dan kwam, heel ongemerkt, die andere hand langzaam omhoog en gaf ik alles. De maestro tilde me als het ware op, liet me boven m’n niveau spelen. En dat gold ook voor de anderen. Al de musici in dat orkest, waar Duits nota bene de voertaal was en niet het voor de hand liggende Engels dat naast het Ivriet in Palestina werd gesproken, al de musici behoorden tot de absolute top. Er waren concertmeesters bij. Die strijkers..! Ik heb later nooit meer zoiets gehoord, ook niet in het Concertgebouworkest. Toen de legendarische Huberman ziek werd en het verzoek kwam wie hem als solist zou willen vervangen stonden al de violisten op. Niet één bleef er zitten, ze wilden allemaal als remplaçant van Huberman Brahms spelen. En stuk voor stuk konden ze het, daar was geen onsje zelfoverschatting bij.’

‘Rak Ivriet!’
Gijs Karten kwam bij het Palestijnse orkest terecht omdat men er, na het vertrek van Louis Staal eind 1936, geen joodse eerste klarinettist kon vinden. Na op verzoek in Zürich te hebben voorgespeeld, werd hij aangenomen en vertrok met de boot naar Palestina, z’n zwangere vrouw in Nederland achterlatend. Z’n eerste zoon Rimsky, vernoemd naar de Russische componist Nicolai Andrejevitsj Rimski-Korsakov, zag hij pas na zes weken, toen het gezin in tel Aviv werd herenigd. Rimsky groeide op in Palestina, ging er naar school, had joodse vriendjes, sprak Ivriet. Als er thuis Hollands werd gesproken gaf het ventje de voorkeur aan Hebreeuws en riep nijdig: ‘Rak Ivriet! Rak Ivriet!’ En hij stond er op dat op elke vrijdagavond sabbat werd gehouden. Eenmaal terug in Nederland moest hij op z’n negende Nederlands leren. Musicus is Rimsky overigens niet geworden: hij zoekt ‘mazzel en brooche’ in de reclamewereld. Als jochie studeerde hij volgens zijn vader viool en las tegelijkertijd stiekem een stripverhaal. Kartens twee andere zoons, Ronald en Edward, kwamen al evenmin ‘in de muiek’ terecht maar zitten nu respectievelijk in de pr en de communicatie technologie.

Bommetje
Onder de joodse musici van het Palestijns Orkest werd volgens Gijs Karten nooit over de oorlog gesproken. Terwijl men daar eendrachtig schitterend musiceerde ondergingen de joden in bezet Europa een verschrikkelijk lot. Karten: ‘Eerlijk gezegd was die oorlog zelden of nooit onderwerp van gesprek. Soms liet een Italiaans vliegtuig wel eens een bommetje vallen op Tel Aviv, daar merkte je dan aan dat het oorlog was. Sommigen stuurden pakketjes naar familieleden in Europa, die nooit aankwamen bij de geadresseerden. Als we met het orkest op tournee gingen naar Jerusalem en Haifa of naar Egypte en Libanon, reden we in gepantserde bussen of geprepareerde treinen. De Arabieren waren toen nog heel vriendschappelijk, we hebben nooit enig last mee gehad.  Het culture leven in Tel Aviv was in die tijd heel aangenaam. Als ik met mijn vrouw ’s avonds een wandeling maakte door Tel Aviv, hoorden wij bijna huis aan huis wel iemand viool of piano spelen. Er bestond respect voor een lid van het orkest, dat was iemand die in hoog aanzien stond. Ik werd bijvoorbeeld wel aangesproken met ‘professor’ en met alle egards behandeld. Daar was ik Meneer de Musicus, eenmaal in Nederland gewoon Jan de Muzikant.’

Filosemiet
Over de techniek van het snijden van z’n ‘rietjes’ voor z’n ES-klarinet: als Gijs een riet sneed, ging dat jaren mee; ‘kooprietjes’ kon hij daarentegen al na drie maanden weggooien. Over z’n 35-jarige carrière als omroepmusicus: er blijken verschillen te bestaan in karakter tussen koper- en houtblazers, tussen strijkers en slagwerkers. Veel collega’s zijn intussen overleden, Karten vergezelde al menig collega op diens laatste gang. Gijs Karten is weliswaar een op het conservatorium klassiek geschoold vakman die spiritueel overweg kon met Mozart en altijd weer de juiste ‘toongeving’ wist te vinden, ook voor feilloos imiteren van Benny Goodman draaide hij z’n hand niet om en met een onvervalst Tiroler-moppie, een sentimenteel Malando-achtig deuntje of een wat kitcherig Weense wals wist hij ook wel raad. Jaap van Zweden acht Karten een uitstekend violist en er waren en zijn een aantal talentrijke omroepmusici! Waarvan de namen echter niet genoemd worden, bang als hij is misschien iemand over te slaan.
Gijs Karten is door zijn verblijf in Palestina een filosemiet pur sang geworden. Als geen ander wist hij werk uit te voeren van joodse componisten als Daniël Belifante, Sem Dresden, Marcel Lavrij, Darius Milhaud, Vittorio Riéti, Alexander Tansman, enzovoorts. Dikke plakboeken vol lovende recensies doen althans ondergetekende perplex staan.

Hollywood
Maar… waar is zijn klarinet? Speelt Gijs Karten nog? ‘Ik heb meer klarinetten gehad,’ zegt hij. ‘Duitse Wurlitzers en Zweedse Warsjevski’s, nu heb ik geen instrument meer in huis. Ik speel en luister niet meer en heb en heb er ook geen behoefte aan. Op m’n 63ste trad ik bij de omroep vervroegd uit. M’n collega’s en m’n leerlingen - ik gaf ook  les – keken ervan op toen ik liet weten de muziek vaarwel te zeggen. Toch heb ik doorgezet. Ik wilde niet minder worden, niet m’n staccato en mijn zelfkritiek verliezen. Toen ik ermee op hield, was ik nog in uitstekende conditie en in vorm. Ik heb soms het gevoel  dat ik het zelfs nu nog wel zou kunnen, hoewel m’n gehoor en m’n geheugen iets achteruit gaan. Het is voorbij, een beter leven had ik me als musicus niet kunnen wensen. Eerst in Palestina met muzikanten van wereldniveau gespeeld en op tournee geweest, daarna fijn gewerkt als omroepman. Ik kreeg om de haverklap aanbiedingen. Nadat ik met Hugo de Groot in de Cinetone-studio in Duivendrecht had gespeeld, kreeg ik van een collega het advies uit mijn Palestina-tijd het advies naar Hollywood te gaan. Hij werkte er al en verdiende prima. Ik kon ook naar Zuid-Afrika, daar heb ik op het laatste moment van afgezien omdat iemand me vertelde dat blanken in Johannesburg met een revolver onder het kussen moesten slapen. We schrokken daar erg van. De kaarten voor de reis hadden wij al in huis want ik voelde er aanvankelijk wel wat voor. In Australië wilden ze me trouwens ook hebben bij een radio-orkest.’

Drukproeven
Karten: ‘Achteraf spijt? Nee, het is goed zo. Mijn gezin heeft mij altijd moeten missen omdat vader eeuwig aan het werk was en dus niet thuis kon zijn. Eenmaal in de VUT heb ik een poosje met de auto koeriersdiensten gereden voor mijn zoons Edward en Rimsky, die in het reclamevak zitten. Ik bracht spullen naar de klanten en wachtte dan op de correcties die weer terug gingen. Koeriersdiensten. Een bejaarde boodschappenjongen dus tegen wie kon worden gezegd: ‘Wacht even op de gang, je krijgt de envelop zo terug!’ Karten: ‘Dat is dus wel gebeurd. Wat maakt het uit?! Ik maakte er geen punt van, deed het voor de lol. De fax heeft m’n koeriersbaantje uiteindelijk overbodig gemaakt.’
Is er nooit een moment geweest dat ‘musicus’ Gijs Karten in conflict kwam met ‘koerier’ Gijs Karten? ‘Eenmaal,’ geeft hij met tegenzin toe. ‘Ik reed met de auto terug vanuit Utrecht, was met drukproeven bij het hoofdkantoor van de NS geweest. Ineens hoorde ik op de radio het Israelisch Philharmonisch Orkest spelen. Ik heb toen de wagen op een parkeerterrein langs de weg gezet en heb zitten huilen.’

 

Uit: Spreek’buis, blad voor omroepmedewerkers, 25 juli 1997 nr. 697.






Friday, March 08, 2013

Trio Di Fiati

Samen met zijn collega´s van het Omroeporkest, Cor Coppens (hobo) en Arnold Swillens (fagot) vormde hij het Trio Di Fiati dat radio-optredens verzorgde en schoolconcerten door het hele land. Het Trio Di Fiati trad verscheidene malen op in de Kleine Zaal van het Amsterdams Concertgebouw. 


Spotify

 
Gijs Karten is op Spotify te beluisteren en kunt u genieten van enkele werken van dit trio.